Ik liep door de supermarkt en was bezig met wat we die avond moesten gaan eten en extentialistische vragen van gelijke strekking toen er werd omgeroepen ‘Meneer Vermeulen, mag zijn.’ Ik vond dat zo’n warme, opbeurende mededeling dat deze man door zijn collega gewoon gewaardeerd werd zoals hij is. Ik vond het ook mooi dat deze collega dat met het winkelend publiek wilde delen. Kom daar nog maar eens om in deze individualistische samenleving. Maar waarschijnlijker is het dat meneer Vermeulen gewoon naar het rommelhok achter de zaak moest komen. Om eens goed de wind van voren te krijgen.