In Arcen liep ik door de herfstige kasteeltuinen. De beuken en de acers waren in hun rode jasjes gelezen, wat mooi complementair afstak tegen het groen. De overal geplante asters maakte er een vrolijke boel van. Maar het opvallendst was de rozentuin. De rozen in mijn eigen tuin zijn al bottels geworden. En zelfs daarin zijn de rotte plekken niet meer over het hoofd te zien. Maar hier stonden nog rozen prachtig in bloei. Niet van die snotterige knoppen die nog hardnekkig ontkennen dat hun tijd van schitteren al geweest is. Maar echt volle knoppen. Van asters verwacht ik het. Van rozen niet. Ik deed spontaan mijn jas een beetje open, had het gevoel in de zomer te leven. Soms verwacht je niet meer dat er nog bloei gaat komen. Het is dan een aangename verrassing voor mij met mijn gebrekkige botanische kennis . Verrassingsbloeiers zou ik het willen noemen.